Illustratie: schets van Blake door John Flaxman
William Blake is in essentie een mysticus. In een brief uit 1827, kort voor zijn overlijden schrijft hij dat hij de dood nabij is en zich lichamelijk zwak voelt, ‘but not in Spirit and Life, not in the Real Man The Imagination which Liveth for Ever’. Hij was een visionair, verwant aan de dichters Dante, Milton en Shelley (die een generatie jonger was dan Blake), die dat ook waren.
Blake ziet ‘the Real Man The
Imagination’ als het onsterfelijke deel van de mens, in de zin van Genesis 5
vers 24: “En Henoch wandelde met God, en hij was niet meer, want God had hem
opgenomen.” Deze term is verwant aan wat de gnostici pneuma noemen, de vonk van goddelijkheid in ieder van ons.
(Behalve de gnostiek vind je delen van allerlei andere denksystemen bij Blake.
Zijn spiritualiteit is in hoge mate idiosyncratisch. Hij verzon zijn eigen
mythologie, maar leende ook van het Neoplatonisme - in die tijd in het Engels
geïntroduceerd door Thomas Taylor, die heel belangrijk is geweest voor de
spirituele ontwikkeling van veel van de Romantic Poets - en de Kabbalah, van
Jacob Boehme en Meister Eckhart, van Paracelsus en Emanuel Swedenborg.)
Blake’s overtuiging was dat God enkel en alleen ín de mens kan bestaan, maar
dat de mens opgetild moet worden tot de perceptie van de Oneindigheid (en
daarin hebben dichters-profeten als Blake een belangrijke taak).
“God becomes as we are, that we may be as he is.”
En: “If the doors of perception [Aldous Huxley vond zo de titel van één van
zijn romans in Blake] were cleansed everything would appear to man as it is,
infinite.
For man has closed himself up, till he sees all things through narrow chinks in
his cavern.” (Uit: Marriage of Heaven and
Hell)
Poëzie en schilderkunst (waarin hij
ook excelleerde, hoewel ik zijn poëzie hoger aansla) waren voor Blake: profetie;
de profetie van ‘the Real Man The Imagination’. Dat is Blake’s evangelie.
Eén van zijn vele citeerbare
uitspraken luidde: “I must create my own system, so as not to be enslaved by
another man’s.”
Het vroege werk van Blake, dat ik
in een eerder stuk beschreven heb en dat zijn hoogtepunt vindt in de Songs of Innocence en de Songs of Experience, is bedrieglijk
eenvoudig; het latere werk, en dan met name de drie profetische boeken waarover
ik hier wil schrijven (zijn belangrijkste werken: The Four Zoas, Milton en Jerusalem) zijn voor de gemiddelde lezer
buitengewoon moeilijk; ik heb dan ook Harold Blooms boek over de Engelse
romantische dichters, The Visionary
Company, nodig gehad om mij in Blake wegwijs te maken. (Bloom is een
geweldige gids als het om Blake gaat; hij heeft zich meer dan 60 jaar met die
poëzie bezigggehouden).
Blake wijdt zijn lezers in in een geheel eigen wereld, op een kosmische schaal
en met (deels zelf gecreëerde) mythologische wezens. Een tot het uiterste toe georganiseerde
visionaire wereld, waarin alles zijn plek heeft; om iets vergelijkbaars van
recenter datum te vinden zou je moeten kijken naar het (op het eerste gezicht
even ontoegankelijke) laatste werk van James Joyce, Finnegans Wake. En wat hij (Blake dan, niet Joyce) voor ogen heeft
is niets minder dan de spirituele redding van de mensheid.
Dit alles maakt het werk van Blake
(en dan bedoel ik vooral de laatste drie profetische boeken) niet bepaald tot
kost voor de gemiddelde lezer. Maar dat geldt ook voor Dante’s Divina Commedia, Miltons Paradise lost, Goethe’s Faust, de grote romancyclus van Proust, A la recherche du temps perdu, of de
twee grote romans van James Joyce. Dit is literatuur die op den duur, naarmate
er steeds minder gelezen wordt, achter onze horizon gaat verdwijnen. Het zal
dan alleen nog bestudeerd worden door enkele specialisten. En misschien is dat
zelfs met het werk van Shakespeare het geval.
Blake begon, net als zijn jongere
collega Shelley, als politiek, revolutionair activist. Dat hing toen in de
lucht en de regerende premier, William Pitt, nam zo zijn maatregelen. Omdat hij
totaal niet de wens had om naar Australië verscheept te worden of in His
Majesty’s Prison terecht te komen, heeft Blake zich vervolgens beperkt tot het
uiten van zijn verontwaardiging in de (niet voor publicatie bestemde) Notebooks
en in de profetische boeken, waarin het sociale protest zo verhuld is achter de
opgetrokken mythologie, dat niemand hem hierom zou kunnen veroordelen.
Maar jezelf te moeten verbergen
kost ook wat, zeker als je genie in essentie een profetisch genie is. Profeten
razen niet in afzondering, ze gaan de straat op om gehoord te worden. Maar Blake
wilde dat niet meer, begon de revolutie te wantrouwen, zag die ook niet meer
als zijn medium: de Prometische Orc, Blake’s archetypische revolutionair, hield
op een heroïsche rebel te zijn en werd vervangen door Los, de profeet met de
hamer, de dichter-etser die in voortdurende strijd verwikkeld was met zijn
eigen Spectre of Urthona, zijn neiging tot zelfingenomenheid. Los was
ongetwijfeld de figuur met wie Blake zich het meest identificeerde. De missie
van een profeet vraagt om totale openheid en eerlijkheid, en dat was ook Blake’s
eigen strijd.
Die strijd vind je terug in het
gedicht Jerusalem: de strijd tussen
Blake’s profetische gave, gedramatiseerd in Los, en zijn innerlijke wanhoop,
een stem gegeven door the Spectre of Urthona:
“But my griefs advance also, for
ever & ever without end / O that I could cease to be! Despair! I am Despair
/ created to be the great example of horror & agony; also my / Prayer is
vain – I called for compassion... knowing and seeing life, yet living not; how
can I then behold / and not tremble; how can I be beheld & not abhorred...”
The Spectre of Urthona is een
expressie van Blake’s persoonlijke situatie als profeet en outcast; hij werd
als dichter en schilder toch vooral gezien als een excentriekeling. Er is het
fascinerende, huiveringwekkende beeld van Los die hamerend op zijn aambeeld
bezig is zijn eigen Spectre (zeg maar, zijn Spookbeeld) vorm te geven: het
pijnlijke beeld van de zwoegende, lijdende kunstenaar die zijn eigen depressie
te boven probeert te komen door als dichter-etser onophoudelijk te werken. Het
was Blake’s eigen pijn en wanhoop, de pijn van het scheppen:
“Los beheld undaunted furious his heaved Hammer; he swung it round & at one
blow, / in unpitying ruin driving down the pyramids of pride / smiting the
Spectre on his Anvil & the integuments [bedekkingen] of his Eye / and ear
unbinding in dire pain, with many blows, / of strict severity self-subduing
& with many tears labouring...
Thus Los altered his Spectre & every Ratio of his Reason / he altered time
after time, with dire pain and many tears / till he had completely divided him
into a seperate space.”
Een formidabele passage die klinkt
als een serie hamerslagen. Los kan zijn Selfhood,
his Spectre, niet vernietigen, maar
wel zodanig veranderen dat al zijn wanhoop opgesloten blijft in een apart deel
van zijn creatieve geest. Zodat hij weer verder kan.
In het gedicht dat aan Jerusalem vooraf gaat, Milton, lezen we hoe een bevrijde John
Milton (Engelands grootste dichter vóór Blake, die Milton, de dichter van Paradise Lost en de schepper van Satan,
zeer bewonderde) zijn versie van the Spectre, ‘the idiot Questioner’ (hij die
altijd maar vragen blijft stellen en nooit één antwoord heeft), van zich
afgooit en een buitengewone getuigenis geeft van de bevrijde ‘imagination’ of verbeeldingskracht;
voor een dichter zo cruciaal:
“To cleanse the Face of my Spirit
by Self-examination
To Bathe in the Waters of Life; to wash off the Not Human / I come in
Self-annihilation & the grandeur of Inspiration
To cast off Rational Demonstration by Faith in the Saviour
To cast off the rotten rags of Memory by Inspiration
To cast off Bacon, Locke & Newton [Blake’s grootste intellectuele vijanden
voor wie hij geen goed woord over heeft, maar ook nooit werkelijk recht doet]
from Albions covering [Albion is bij Blake, behalve de ongevallen Mens, ook de Spirit of England]
To take off his filthy garments & clothe him with Imagination [hét
sleutelwoord voor Blake]
To cast aside from poetry, all that is not Inspiration.”
Schitterende regels vind ik dit.
En:
“To cast off the idiot Questioner who is always questioning, / but never
capable of answering; who sits with a sly grin / silent plotting when to
question, like a thief in a cave; / who publishes doubt and calls it knowledge;
whose Science is Despair / whose pretence to knowledge is Envy; / that rages
round him like a Wolf day & night without rest...
These are the destroyers of Jerusalem, these are the murderers / of Jesus, who
deny the Faith & mock at Eternal Life: / who pretend to poetry that they
may destroy Imagination”
Dit is een sublieme proclamatie.
‘To cleanse the Face of my Spirit by Self-examination’, ‘To Bathe in the Waters
of Life; to wash off the Not Human’, dat zouden we allemaal wel willen, toch?
Echter, slechts weinigen onder ons (en misschien wel helemaal niemand) kunnen
zeggen dat ze een grandeur van inspiratie hebben die te vergelijken valt met
een Blake, een Milton.
De Spectre en de Questioner te
negeren, ze te verslaan, ’to cast aside from poetry, all that is not
Inspiration’, dát was waar het Blake om ging, dat was zijn
kunstzinnig-visionaire proces. De absolute verdediging van zijn inspiratie
tegen degenen (wat frequent gebeurde) die hem van krankzinnigheid
beschuldigden.
Wat Blake’s epiek voortdrijft is
een furieuze retorische energie; de geëxalteerde toon en de veelheid aan
mythologische beelden kunnen de lezer eerst afschrikken – maar je hoeft ook
niet exact te weten waar alles voor staat, denk ik dan. Mijn ervaring is dat je
er, als je er eenmaal een klein beetje in thuis raakt en aan de gedragen toon
(die ik prachtig vind) gewend bent, je er helemaal in meegenomen wordt. Kijk
bijvoorbeeld naar de fantastische opening van Night the Ninth, being the Last Judgement in de eerste van de drie
grote epen, The Four Zoas:
“And Los & Enitharmon [een
emanatie van Los, de vrouwelijke tegenhanger van Urthona] builded Jerusalem
weeping / over the Sepulcher & over the Crucified body [je vindt vaak
bijbelse beelden bij Blake, maar hij geeft er zijn geheel eigen draai aan; de
Bijbel was voor hem ‘the Great Code of Art’] / which to their Phantom Eyes
appeared still in the Sepulcher.
But Jesus [Blake was een groot liefhebber van Jezus, hij was voor hem de
belichaming van ‘the Imagination’; met God de Vader stond hij meer op gespannen
voet] stood beside them in the Spirit Separating / their Spirit from their
body. Terrified at Non Existence / For such they deemed the death of the body
[wat voor Blake beslist niet ‘Non Existence’ betekende]. Los outstretched his
right hand branching out in fibrous Strength / seized the Sun [prachtig
beeld!]. His left hand like dark roots covered the Moon / and tore them down
cracking the heavens across from immense to immense / Then fell the fires of
Eternity with loud & shrill
Sound of Loud trumpet thundering along from heaven to heaven
A mighty sound articulate: “Awake ye dead & come
to Judgement from the four winds Awake & Come away”
folding like scrolls of the Enormous volume of Heaven & Earth
with thunderous noise & dreadful shakings rocking to & fro
the heavens are shaken & the Earth removed from its place
The foundations of the Eternal hills discovered
the thrones of the kings are shaken they have lost their robes and crowns
The poor smite their oppressors [sociale kritiek blijft doorklinken in de
profetische boeken] they wake up to the harvest / the naked warriors rush
together to the sea shore / trembling before the multitudes of slaves now set
at liberty.”
Ik vind dit een prachtige cadans
waarin je terecht komt. Dit is nauwelijks met iets anders te vergelijken. “And
tore them down cracking the heavens across from immense to immense” alleen al
vind ik een geweldige regel.
Of deze regels dan, die daar kort
op volgen:
“The Spectre of Enitharmon let loose on the troubled deep / wailed shrill in
the confusion & the Spectre of Urthona received her in the darkning South
[en met name deze beschrijving van de ontmoeting vind ik heel mooi en
treffend:]
their bodies lost they stood
trembling & weak a faint embrace a fierce desire as when / two shadows
mingle on a wall [je ziet dat zo voor je, toch?]
they wail & shadowy tears fell down & shadowy forms of joy mixed with
despair & grief
their bodies buried in the ruins of the Universe / mingled with confusion.”
Naast Imagination is Vision voor
Blake een centrale term. Veel van zijn metaforen zijn inderdaad visionair, zo
ontzettend krachtig en dynamisch. Maar wat William Butler Yeats Blake’s
‘beautiful, laughing speech’ noemde is zeker ook één van zijn aantrekkelijke
kanten, iets wat poëzie van Blake lezen tot zo’n genot maakt. Wat Harold Bloom
aanduidt als ‘exuberance’: zijn opgewekte uitbundigheid. Luister maar:
“Mental things alone are Real; what
is called Corporeal, Nobody Knows of its Dwelling Place: it is in Fallacy &
its Existence an Imposture. Where is the Existence Out of Mind or Thought?
Where is it but in the Mind of a Fool? ... Error is Created. Truth is Eternal.
Error, or Creation, will be Burned up & then & not till Then, Truth or
Eternity will appear... I assert for My Self that I do not behold the outward
Creation & that to me it is hindrance & not Action; it is as Dirt upon
my feet, No part of Me. “What,” it will be Questioned, “When the Sun rises, do
you not see a round disc somewhat like a Guinea?” O no, no, I see an
Innumerable company of the Heavenly host crying “Holy, Holy Holy is the Lord
Almighty.”
Ik vind dit ronduit Geweldig. Blake
ziet een goddelijke immanentie in alle objecten van perceptie. Er is voor hem
geen onderscheid tussen transcedentie en immanentie.
De uitbundigheid die het uitschreeuwt in bovenstaand fragment is wel de
essentie van Blake’s genie; en daarnaast zijn autonomie, de moed om alles
steeds weer voor zichzelf opnieuw te her-zien en te her-denken.
Maar inderdaad, ze zijn moeilijk en
ongelofelijk complex, Blake’s Prophetic
poems. Zonder Harold Bloom als gids was ik er ongetwijfeld helemaal in
vastgelopen. Maar zoals Northrop Frye, de Canadese literatuurcriticus en één
van Blake’s meest scherpzinnige en diepgravende commentatoren, over deze
gedichten zei: “they are difficult because it was impossible to make them
simpler.” Ik heb de volgende uitspraak van Blake al eens geciteerd in een vorig
stuk, maar hij is te mooi om hem niet op deze plaats nog eens te herhalen:
“What can be made Explicit to the idiot is not worth my care.”
Bij de illustratie: Newton, door William Blake
Blake zag imagination
(verbeeldingskracht) als het belangrijkste element van het menselijk bestaan. Daarin
botste hij met de Verlichtingsidealen van rationalisme en empirisme. Zich baserend op zijn visionaire, spirituele
overtuigingen voerde hij oppositie tegen Newtons model
van het universum. Zoals in het gedicht Jerusalem:
“I turn my eyes to the Schools &
Universities of Europe
And there behold the Loom of Locke whose Woof
rages dire
Wash’d by the Water-wheels of Newton. Black the
cloth
In heavy wreathes folds over every Nation; cruel
Works
Of many Wheels I view, wheel without wheel, with
cogs tyrannic
Moving by compulsion each other: not as those in
Eden: which
Wheel within Wheel in freedom revolve in harmony
& peace.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten