dinsdag 9 april 2024

Over William Blake

Het heeft even geduurd voordat ik waardering kon opbrengen voor het werk van William Blake (1757-1827). Binnen de Engelse poëzie wordt hij gewoonlijk gerekend tot de Romantics, hoewel hij van een iets oudere generatie is dan Wordsworth, Shelley en Keats, wier poëzie mij wel onmiddellijk aansprak.

Blake’s poëtische werk is nogal divers. De vroege gedichten zijn zo simpel van opzet dat er haast niets achter lijkt te zitten (wat zeer bedrieglijk is), maar het latere werk weer ongelofelijk complex, waarbij de privé-mythologie die hij optuigt nogal afstotend kan werken als je je er niet werkelijk in verdiept hebt. Die latere gedichten moeten zonder meer gezien worden in combinatie met zijn beeldende werk dat zeer onconventioneel is, op het groteske af zelfs. Veel bijbelse figuren, maar ook eigen creaties als Albion, Los, Urizen of the Ancient of Days (Blake’s versie van God de Vader, met wie hij niet op goede voet stond). Maar zelfs bij eerste confrontatie moet je toegeven dat dat beeldende werk een enorme kracht en impact heeft en dat het in je binnenste resoneert, zelfs al weet je niet precies wat hier uitgebeeld wordt; dat het gaat om geesteswezens en krachten die spelen ver voorbij het zintuiglijk waarneembare, is ook iets dat je meteen wel proeft.

Mijn introductie in het werk van Blake is de Engelse dichteres Kathleen Raine geweest; een boek van haar wil ik als leidraad gebruiken voor een volgend stuk over Blake. Zij heeft me doen inzien dat de man werkelijk een genie is en zijn werk volslagen uniek en van een spiritualiteit die ongeëvenaard is in de literatuur.

Bij zijn tijdgenoten was Blake nauwelijks bekend en zeker niet als dichter. Als men hem al kende was dat als graveur en drukker, wat zijn eigenlijke vak was en waarmee hij zijn levensonderhoud bekostigde, of misschien ook als kunstenaar, als schilder van nogal excentrieke, enigszins anachronistische aquarellen, terwijl hij daarnaast een reputatie had als iemand die balanceerde op de grens van krankzinnigheid, visoenen had, maar daarmee verder niemand kwaad deed.

Als etser was Blake technisch zeer innovatief; hij gebruikte een methode van etsen en kleurendruk, waarvan het geheim met hem mee het graf in is gegaan: “... printing in the infernal method of corrosives, which in Hell are salutary and medicinal, melting apparent surfaces away, and displaying the infinite which was hid.”

Het absolute hoogtepunt van zijn werk als beeldend kunstenaar zijn twaalf grote kleurenprints waarvan Nebuchadnezzar, de krankzinnig geworden Babylonische koning, kruipend op handen en voeten, wellicht de bekendste is; maar ook Elohim creating Adam, God judging Adam en Newton bijvoorbeeld zijn schitterende voorstellingen. Ook zijn Illustrations of the Book of Job en de onafgemaakte serie van zeven etsen van Dante’s Divina Commedia behoren tot de mooiste kleurenprints ooit gemaakt.

Zijn grootste ambitie was toch vooral als kunstenaar erkend te worden; hij heeft geregeld geëxposeerd, zelfs in een eerbiedwaardig instituut als The Royal Academy, maar ook in de winkel in kousen, garen en band die zijn broer van zijn vader had overgenomen. Het was altijd zonder succes en de enige publiciteit die het opleverde waren zure, bijtende kritieken van scribenten die er helemaal niets van begrepen. Blake had echter één maecenas, Thomas Butts, een ambtenaar die een aanzienlijk deel van zijn inkomen besteedde aan het aankopen van Blake’s werk.

Een werk als het grote tableau van de Canterbury Pilgrims (gebaseerd op Chaucer), tempera op canvas (waar hij gewoonlijk met waterverf werkte) was wel degelijk bedoeld voor de verkoop en om daarmee een zekere reputatie als kunstenaar te verkrijgen; wat echter mislukte omdat zijn uitgever Cronek Blake’s ontwerp aan een andere kunstenaar gaf om uit te werken (iets dergelijks deed hij met de etsen die Blake gemaakt had als illustraties bij het gedicht The Grave van Robert Blair).

The Ancient of Days is één van Blake’s krachtigste voorstellingen: een woeste figuur met baard en lange grijze haren die, gezeten in een zon, zijn passer uitstrekt over de leegte beneden hem (zie de afbeelding onderaan dit stuk).

Wat zijn poëzie betreft: die kon al nauwelijks bij het grote publiek bekend zijn; Blake gaf die uit in eigen beheer, vaak rijk geïllustreerd en in beperkte oplagen, die hij dan ook nog het liefst onder vrienden uitdeelde. De meest toegankelijke van zijn gedichten werden nog wel gewaardeerd door tijdgenoten als Wordsworth en Coleridge, maar van de grotere (en naar het einde toe zelfs gigantische) epische gedichten zag eigenlijk niemand de werkelijke schoonheid en diepgang. Van zijn laatste (en wellicht zijn grootste) werk, het gedicht Jerusalem, zei Robert Southey, in zijn dagen de poet laureate (een soort Dichter des Vaderlands), maar als dichter het nauwelijks waard Blake’s schoenveters vast te maken, dat het ‘a perfectly mad poem’ was.

Die poëzie omspant, net als zijn beeldend werk, zijn gehele werkzame carrière. De meeste van de vroege gedichten, zoals de Poetical sketches (1783) en An island in the moon (1784) zijn kort en lyrisch van karakter; er zitten al juweeltjes tussen.

De bekendste lyriek van de vroege Blake betreft de Songs of Innocence (1789) en Songs of Experience (1794). Daarin staan een aantal van Blake’s bekendste gedichten, zoals The Tyger, The Lamb en London.

De Songs of Innocence zijn gedichten over kinderen, voor kinderen en vaak gesproken door kinderen. De woorden zijn simpel, voornamelijk één of twee lettergrepen; de boodschap is duidelijk en aansprekend. De figuren die in deze gedichten aan het woord zijn, spreken vanuit een gevoel van veiligheid en geborgenheid, in het bewustzijn beschermd te worden, of het nu door de watchman of the night is die over straat gaat en een oogje in het zeil houdt, of ‘God ever nigh’ [nabij]. De essentie daarbij is, dat het vooral gaat om het gevoel beschermd te worden, eerder dan de realiteit waarover dat gevoel gaat en die vaak heel anders is. Die discrepantie maakt de naïviteit uit waardoor veel van deze gedichten gekenmerkt worden. Want de realiteit is vaak eerder de wereld waarin The Chimney Sweeper uit het gelijknamige gedicht verkeert: wel degelijk hard en bedreigend; maar: “Tho’ the morning was cold, Tom was happy & warm”.

Songs of Experience zijn de complementen van de Songs of Innocence: gedichten over de onbeschermden; het gevoel daar is er geen van veiligheid en bescherming, maar van verraad: dit zijn de klachten van slachtoffers, schreeuwen van verontwaardiging en sociaal protest.

Het gedicht London vat samen wat de kern is van deze verzameling:
“I wander through each chartered street, near where the chartered Thames does flow and mark in every face I meet marks of weakness, marks of woe.”

De roos uit het gedicht The sick rose is even aangetast als de levens van de figuren die in deze gedichten worden opgevoerd dat zijn:
“The invisible worm, that flies in the night in the howling storm:
has found out thy bed of crimson joy:
and his dark secret love does thy life destroy.”

En om de tegenstelling tussen beide collecties te markeren: in het gedicht The Lamb (Songs of Innocence) wordt van de schepper gesproken:
“Doest thou know who made thee?... For he calls himself a lamb...”

Hetzelfde gebeurt in wat wellicht het bekendste gedicht is van de Songs of Experience: The Tyger, maar dan met een werkelijk angstaanjagend effect:
“Tyger, Tyger burning bright, in the forests of the night; what immortal hand or eye could frame thy fearful symmetry?” (Fearful symmetry, het is de titel van een diepgravende studie van Blake’s poëzie door de Canadese literatuurcriticus Northtrop Frye, één van de beste boeken wanneer je echt diep op die poëzie wilt ingaan).

In deze regels zijn de ledematen van de Schepper nauwelijks nog te onderscheiden van die van zijn bloeddorstige creatie. Maar kennelijk is de God die het lam schiep (en zelf een lam was) dezelfde als degene die dit angstaanjagende wezen op de wereld heeft gezet.

Meer gedichten uit beide verzamelingen lijken op deze wijze naar elkaar te verwijzen. In The Divine Image uit de Songs of Innocence worden ‘Mercy, Pity, Peace and Love’ opgevoerd als in en in menselijke kwaliteiten:
“For Mercy has a human heart, Pity a human face, and Love the human form divine and Peace the human dress.
Then every man of every clime that prays in his distress, prays to the human form divine Love, Mercy, Pity, Peace.
And all must love the human form in heathen, turk or jew. Where Mercy, Love and Pity dwell, there God is dwelling too.”

Maar in de tegenhanger van de Songs of Experience heet het:
“Pity would be no more, if we did not make somebody poor.
And Mercy no more could be if all were as happy as we...”
Vervolgens doen Fear & Cruelty hun intrede; de boom die de ‘fruits of deceit’ draagt kan nergens in de natuur gevonden worden, want:
“There grows one in the Human Brain.”

Rond 1787 vond Blake een nieuwe methode van etsen uit (Illuminated Printing noemt hij het zelf) die hem in staat stelde op een relatief snelle en economische manier zijn visuele en verbale inspiraties bij elkaar op één blad te zetten; Blake heeft altijd beweerd dat de geest van zijn broer Robert, die overleed in 1787, in de nacht aan hem was verschenen om hem het geheim van deze nieuwe techniek te openbaren.
Vanaf dat moment worden al zijn gedichten door illustraties begeleid, of liever gezegd: woord en beeld zijn onafscheidelijk geworden, het is niet meer mogelijk te zeggen welke van de twee primair is. Visueel ontwerp en tekst versterken en verhelderen elkaar.

En: de nieuwe methode sluit naadloos aan bij de werking van Blake’s geest; hij zag visioenen en hoorde woorden tegelijkertijd. Vanaf nu kon hij rechtstreeks op de koperen plaat zijn gedichten graveren en zijn illustraties aanbrengen. En: het grote voordeel was dat hij het gehele productieproces van zijn boeken in eigen hand kon houden: hij schreef de poëzie, ontwierp de illustraties, maakte de inkt klaar, bracht de inkt aan op de koperen plaat, drukte af (hij had een methode gevonden om dat zonder machinale pers te doen), kleurde in, bond de bladen in en verkocht de boeken. Dat laatste was overigens het minst succesvolle van het gehele proces; Blake was absoluut geen zakenman en heeft waarschijnlijk alleen maar geld verloren op de prachtige, eenmalige, handgemaakte edities die hij produceerde.

Hoe verschillend de vroege lyriek, qua vorm en eigenlijk ook qua inhoud, ook is van de latere epen, het wereldbeeld en de spiritualiteit van William Blake geven over de gehele linie, van de Songs of Innocence tot en met Jerusalem een opmerkelijke eenheid en consistentie te zien. Als eerste kennismaking daarmee is Marriage of Heaven and Hell uit 1790 heel geschikt. Het is Blake’s manifest, zijn verklaring van spirituele onafhankelijkheid. De vorm maakt Marriage of Heaven and Hell af en toe wat moeilijk om te volgen, met al zijn Proverbs from Hell en Memorable Fancies, omdat de retorische vorm die Blake gebruikt een dialektische is: bij een waarheid uitkomen met behulp van een voortgang van tegenstellingen, die dan vaak in korte aforismen worden uitgedrukt. Meteen aan het begin van het dichtwerk zegt hij het zo: “Without contraries is no progression. Attraction and Repulsion, Reason and Energy, Love and Hate, are necessary to Human Existence. From these contraries spring what the religious call Good & Evil. Good is Heaven. Evil is Hell.” Wat het dan vervolgens lastig maakt, is dat blijkt dat de genoemde tegenstellingen helemaal niet zo zwart wit liggen. Heaven & Hell; Angel & Devil; ook in de tweede term van deze begrippenparen liggen positieve waarden besloten. Met ‘Marriage’ bedoelt Blake dan ook dat de tegenstellingen opgeheven dienen te worden, echter zonder dat de één in de ander overgaat en daarmee zijn zelfstandigheid kwijtraakt.

In dit werk vind je een aantal van Blake’s essentiële ideeën op een bondige, aforistische manier uitgedrukt:

 “Energy is Eternal Delight” Energy is een centraal begrip bij Blake. Verwante begrippen zijn ‘excess’ (“The road of excess leads to the palace of wisdom”. “Exuberance is beauty”) en ‘desire’ (“He who desires but acts not, breeds pestilence”).
“Everything that lives is holy” (je zou dat zijn mantra kunnen noemen).
“All deities reside in the human breast” (een uitdrukking van wat de Middeleeuwse mysticus Eckhart de ‘Godsgeboorte in de ziel’ noemde en die Blake’s religiositeit, die een afkeer van alle geïnstitutionaliseerde religie omvatte, goed samenvat).
“One Law for the Lion and the Fox is Oppression”. Dat ieder organisme en ieder individu een strikt uniek karakter heeft en dus op zijn eigen wijze beoordeeld moet worden, is iets dat geregeld terugkeert; we zijn te zeer geneigd alles en iedereen dezelfde eenheidsbehandeling te geven: “The apple tree never asks the beech how he shall grow, nor the lion the horse, how he shall take his prey.”

Al die aforismen zijn a.h.w. de bouwstenen voor het latere, veel ambitieuzere werk.

Blake is de lyriek uit zijn begintijd steeds verder achter zich gaan laten; wat zich bij hem ontwikkelt zijn lange mythologische vertellingen in verzen zonder rijm waarin conventionele ideeën op het gebied van religie, politiek, psychologie en Natuur voortdurend worden uitgedaagd. Blake was een visionair en een revolutionair; in de eerste epische mythologieën is hij dat expliciet ook in politieke zin, getuige titels als The French Revolution (1791) en America (1793), waarin de Bastille en Lafayette (de Franse aristocraat die meestreed in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsstrijd); Washington en Franklin met naam en toenaam genoemd worden en het uiteindelijke streven dat wordt verwoord is: “Empire is no more! And now the Lion & Wolf shall cease”.
Politiek gezien moet Blake tot het linkse kamp gerekend worden, net als Percy Shelley een generatie na hem. Hij was zeer begaan met het lijden van de lagere klassen in Engeland, waaruit hij zelf voortkwam en waar hij zich nooit helemaal aan ontworsteld heeft (hij en zijn vrouw hebben grote armoede gekend).

Later, vanaf The Book of Urizen (1794) gaat het eerder om de strijd en de tegenstellingen binnen de menselijke ziel en om die adequaat te kunnen beschrijven vindt Blake een cast van geheel eigen mythologische karakters uit; zoals één van die figuren, Los, het zegt: “I must Create a System [Blake is gek op hoofdletters] or be enslaved by another Man’s.” De strijd binnen de menselijke ziel is er in eerste instantie één tussen Urizen (Rede) en Los (Verbeeldingskracht). Maar er komen steeds meer elementen bij: The Four Zoas zijn de primaire elementen waaruit de mens is opgebouwd en Los wordt later geïdentificeerd met Christus, door wie we ons met de godheid kunnen verenigen. De eeuwige rebel is Orc, die strijdt tegen alles wat macht en autoriteit vertegenwoordigt. Bijvoorbeeld de Engelse conservatieve culturele traditie in zijn totaliteit, zoals gerepresenteerd in de poetica van Pope, de esthetiek van Joshua Reynolds, de filosofie van Locke, de fysica van Newton en de ethiek van Francis Bacon; figuren die door Blake zo woest gekarikaturaliseerd worden dat het nauwelijks meer recht doet aan de inhoud van hun geschriften of aan hun filosofie en wereldbeeld. Het aggregaat van dat alles vinden we gepersonifieerd in de grote onderdrukker van de Engelse mens, de figuur Albion. Beulah is het lagere paradijs van illusoire verschijningen (gesteld tegenover ‘Real Vision’), enzovoort enzovoort.

Tegen de tijd dat we bij de apotheose van Blake’s poëzie zijn aangekomen (de lange, zeer moeilijke gedichten The Four Zoas, Milton en Jerusalem) is de mythologie een uiterst complex systeem geworden dat uitgebreide studie vereist (Harold Bloom heeft dat gedaan, hij is een grote hulp voor me geweest bij het enigszins wegwijs worden in dat systeem. Zijn boek The Visionary Company is een prachtige studie van de Romantics, van Blake tot en met John Keats).

Je kunt je afvragen waarom Blake zijn verhaal zo moeilijk toegankelijk gemaakt heeft voor ons lezers. Blake zelf heeft daar geen boodschap aan; citeert Bloom zijn uitspraak dat ‘what can be made explicit to the idiot, was not worth his care’. Maar daardoor veroordeelde hij zichzelf wel tot intellectuele eenzaamheid: zo weinig geestverwanten, volgers, mensen die zijn poëzie werkelijk wisten te waarderen... Die stem die grofweg tussen 1790 en 1810, de jaren van het ontstaan van de drie hoofdwerken, ‘crying in the wilderness’, zijn boodschap zo luid en overweldigend uitriep: moest dat gebeuren in een taal zo complex, dat er altijd interpretatoren nodig zijn om zelf de meest gewillige luisteraar daarin wegwijs te maken?

En toch... als je eenmaal een begin hebt gemaakt en een zeker inzicht hebt gekregen in de belangrijkste complexiteiten, dan ontmoet je diepe lagen en grote vergezichten waarin je jezelf niet meer kwijt raakt en die wel degelijk kunnen ontroeren; Blake’s methodologie is eigenlijk heel consequent en overzichtelijk. En waar Wordsworth een poëzie schreef die als het ware het beginpunt bleek te vormen voor de moderne dichtkunst, blijft Blake altijd trouw aan de (epische) traditie en is zo, ondanks alle moeilijkheden, tegelijkertijd ook weer prettig herkenbaar.

Iets anders is het religieuze element in zijn poëzie.

Blake werd een toegewijd gelovige waar het gaat om Christus als de belichaming van de menselijke verbeeldingskracht, die bij hem lijnrecht staat tegenover de autoriteit van God de Vader. Hij had echter niets met kerken en het geïnstitutionaliseerde Christendom (‘I will not worship in their churches’) en het traditionele geloof en het is goed om dat te bedenken wanneer je bij hem regels leest als:
“Glory Glory Glory, to the Holy Lamb of God! I touch the heavens as an instrument to glorify the Lord!” (uit Milton). Het gaat bij hem dan toch eerder om spirituele entiteiten dan om het traditionele beeld van de Vader-God (en het verwarrende daarbij is dat hij wel de traditionele termen blijft gebruiken om zijn uiterst persoonlijke visioenen te beschrijven).

Je kunt Blake zien als een profeet in de traditie van Ezechiel en de Engelse dichter die hij het meest bewonderde, John Milton; zijn verzen zijn, als die van Milton, profetische verzen. Ze zijn zeer ambitieus en wenden niets meer en niets minder voor ons te leren hoe we zouden moeten leven en ons daarbij uit te leggen waarom het zo verduiveld moeilijk is om te leven, in de zin van: leven als mensen die hun volle potentieel benutten in plaats van gewoonweg ‘natuurlijke’ wezens te zijn. ‘Natural’ is een beladen term voor Blake, die met betrekking tot de mensheid alles vertegenwoordigt waar we bovenuit zouden moeten stijgen. Hij maakt een scherp onderscheid tussen ‘natural’ en ‘imaginative’, waarbij dat laatste verwijst naar een zo volledig mogelijk gebruik van onze menselijke faculteiten, met name de verbeeldingskracht. ‘Menselijke natuur’ is voor Blake een totaal onacceptabele frase, een contradictio in terminus, of zoals hij zelf zegt, ‘an impossible absurdity’. Wat menselijk is aan ons, is onze verbeeldingskracht, de ‘Imagination’. Alles wat natuurlijk is in ons moet verlost worden door de verbeelding; gebeurt dat niet, dan gaan we tenonder.

Geregeld zijn er in het genoemde Marriage of Heaven and Hell verwijzingen naar de tekortkomingen van de natural man, hoe die nog niet boven zichzelf is uitgestegen en daarom maar niet wil zien wat er te zien is voor de ware visionair en niet door heeft hoe groots het universum is:
“How do you know but every bird that cuts the airy way, is an immense world, closed to your senses five?”
“The roaring of lions, the howling of wolves, the raging of the stormy sea and the destructive sword are portions of eternity too great for the eye of man.”
“When thou seest an Eagle, thou seest a portion of genius; lift up thy head!”

Kort voor zijn dood, zo wordt gezegd, ‘he burst out singing of the things he saw in Heaven’. Even daarvoor had hij in een brief aan een vriend geschreven:
“I have been very near the gates of Death & have returned very weak & and Old Man feeble & tottering, but not in Spirit & Life, not in the Real Man, the Imagination which Liveth for Ever. In that I am stronger & stronger as this Foolish Body decays.”

Eerder schreef hij aan dezelfde vriend: “I cannot consider death as anything but a removing from one room to another.”

Zijn vrouw Catherine zei ooit: “I have very little of Mr. Blake’s company; he is always in Paradise”. Voor Blake ‘Mental things alone are real’. De schoonheid van de natuurlijke wereld, de sterren aan de hemel, de zonsopgang, de zang van de leeuwerik, hij kon er intens van genieten, maar voor hem sprak dat alles tegelijkertijd en vooral van de glorie van God:
“’What’, it will be questioned, ‘When the Sun rises do you not See a round Disk of fire somewhat like a Guinea?’
‘O no, no. I see an Innumerable Company of the Heavenly Host crying ‘Holy Holy Holy is the Lord God Almighty’”.

Ik vind dit fantastisch, het zijn dit soort regels die mij Blake helemaal voor zich in hebben genomen. Voor mij heeft dit helemaal niets van kwezelachtige vroomheid; ik zie hier iemand die midden in het leven staat en ten volle geniet van alles om hem heen, die in staat is de werkelijkheid dieper te doorschouwen dan wij gewone stervelingen doen.

Hij leert ons (en dit hoort tot Blake’s bekendste regels) “to see a world in a grain of sand and a heaven in a wild flower, hold Infinity in the palm of your hand and Eternity in an hour.”

Blake was een overtuigd Christen en een toegewijd lezer van de Bijbel, maar de wijze waarop hij daar invulling aan gaf, was intens persoonlijk. Het enige leven dat voor Blake van belang was, was een leven in de geest, het bloeien van de verbeeldingskracht, visioenen van het Paradijs. Zijn tekeningen en schilderijen, zijn gedichten, zijn representaties van wat hij in zijn verbeelding zag en deze visioenen waren voor hem reëler dan de bomen en straten om hem heen die de werkelijkheid uitmaken waar wij het mee moeten doen.

“He who does not imagine in stronger and better lineaments and better light than his perishing mortal eye can see does not imagine at all.”

Uiteindelijk was het een religie van kunst en verbeelding die Blake voor zichzelf creëerde:
“The Old and New Testaments are the Great Code of Art... A Poet, a Painter, a Musician, an Architect: the Man or Woman who is not one of these is not a Christian. You must leave Fathers and Mothers and Houses and Lands if they stand in the way of Art.” En tenslotte, al het voorafgaande hierin samenvattend: “The Eternal Body of Man is the Imagination, that is God himself.”

Hierin ligt de kern van Blake’s wereldbeeld: wat we allemaal in onszelf moeten zien te ontwikkelen is ‘the Real Man the Imagination’, waarin de mens in wezen samenvalt met God en zijn hoogste menselijke expressie vindt in poëzie en schilderkunst.

Zijn leven lang werd Blake begeleid door zijn visioenen, door geesten die tot hem spraken en gedichten dicteerden (was het een wonder dat tijdgenoten hem zagen als geestelijk niet helemaal gezond? Terwijl hij het tegendeel was: mentaal gezonder en levendiger dan ieder van ons). Ik weet niet precies hoe letterlijk we die visioenen moeten nemen; voor Blake waren ze absolute realiteit: de aartsengel Gabriël bezocht hem, de Maagd Maria sprak tot hem, ‘The Prophets Isaiah and Ezekiel dined with me’.

De passage met de twee Oudtestamentische profeten is weer uit Marriage of Heaven and Hell. Blake vraagt aan Jesaja, die net ronduit heeft toegegeven met God gesproken te hebben, of hij niet bang is verkeerd begrepen of zelfs weggejaagd te worden.
“Isaiah answered: ‘I saw no God, nor heard any, in a finite organical perception; but my senses discovered the infinite in everything and as I was then persuaded & remain confirmed that the voice of honest indignation is the voice of God, I cared not for the consequences but wrote.”

Wat precies is wat Blake zelf deed.

“I am in God’s presence night & day and he never turns his face away.”
Hoewel, dat laatste was niet helemaal waar. De jonge dichter Samuel Palmer vertelde Blake ooit dat hij soms voelde hoe zijn creatieve vermogens hem verlaten hadden. Waarop Blake zich tot zijn vrouw wendt en tegen haar zegt: “’Is it not just so with us, is it not, for weeks together, when visions forsake us. What do we do the, Kate?’ ‘We kneel down and pray, Mr. Blake.‘”

Hierna wil ik een paar stukken wijden aan de laatste drie Prophetic poems die Blake schreef: The Four Zoas, Milton en Jerusalem.

The Ancient of Days


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

William Blake: the Prophetic Poems

Illustratie: schets van Blake door John Flaxman William Blake is in essentie een mysticus. In een brief uit 1827, kort voor zijn overlijden ...