dinsdag 11 juni 2024

William Blake: Jerusalem

William Blake’s laatste profetische gedicht, Jerusalem, The Emanation of the Giant Albion, is een enorm werk. Verbeeld in honderd gegraveerde platen, bevat het meer dan 4.000 regels en is het meer dan twee keer zo lang als zijn voorganger, Milton. Het is ook veel en veel moeilijker dan het vorige gedicht. Ik verbeeld me dan ook niet dat ik alle thema’s, ontwikkelingen en symbolen precies begrijp, en ook niet de veelheid aan mythische personages. Zoals gewoonlijk volg ik Harold Bloom (in zijn boek The Visionary Company) die ons door het gedicht heen gidst.

De datum op de titelplaat van het gedicht (dat als ondertitel heeft The Emanation of the Giant Albion) is 1804, maar dat was toen Blake met het schrijven begon. De tekst was klaar in 1809, maar de illustraties pas in 1818; in de tussentijd heeft Blake voortdurend aan de tekst gesleuteld. Een heel lang ontstaansproces dus.

Het gedicht is verdeeld in vier hoofdstukken, en drie daarvan beschrijven een strijd tussen tegenstellingen die bewegen in de richting van een oplossing.
In Chapter 1 zijn de reus Albion, in zichzelf verdeeld, en Los, het creatieve principe, in strijd met elkaar.
In Blake’s poëzie is vaak sprake van de zgn. Orc cycle. Dat betreft het personage Orc, een revolutionair principe, dat staat tegenover de versteende traditie, verbeeld in Urizen. Orc is een kracht van vernieuwing en ontwikkeling, zijn leven maakt zeven fasen door (de Orc cycle) die Blake relateert aan de ‘zeven ogen van God’, die de profeet Zakariah beschrijft. Het zou te ver voeren om al die zeven fasen hier op te voeren, maar in Chapter 2 van Jerusalem is het Los die zich tot de cyclus tracht te verhouden en daaruit een vorm te creëren die de mensheid bevrijden zal.
Chapter 3 toont het menselijke visioen (d.w.z.: zoals Blake hem voorstelt) van Jezus, in conflict met de natuurlijke visie van de realiteit (waar ook Blake zelf voortdurend mee in conflict was). Jezus is een belangrijke figuur in Jerusalem.
Chapter 4 geeft ons dan de eindconfrontatie, waarbij de tegenstellingen opgelost worden en de imaginatieve waarheid gesteld wordt tegenover de culminatie van de satanische dwaling.

Als het gedicht begint, zijn zowel Albion als William Blake in diepe slaap; Albion in de slaap-ten-dode in Ulro (een toestand van duisternis); Blake in de creatieve rust van Beulah (het aardse paradijs). Het is de stem van de Verlosser die Blake doet ontwaken, maar Albion verwerpt dat visioen als een ‘phantom of the over-heated brain’.

Sommige van Blake’s voornaamste concepties hebben zich verder ontwikkeld wanneer we ze opnieuw tegenkomen in Jerusalem. Vooral Los heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt. Los was de eerste Nachten van de Four Zoas nog dwalende, maar aan het einde van Milton verbindt hij zich met Blake en John Milton, die zich dan beiden in de richting van de Waarheid bewegen. En in Jerusalem voelt hij zich sterk verbonden met Jezus; hij werkt aan de vuren van zijn creativiteit om onze redding te bewerkstelligen.

Dat is ook hard nodig, want in Albions nog altijd gevallen staat (waaruit hij zich ook niet bevrijden wil) geldt voor alle menselijke eigenschappen dat ‘(they) are small & withered & darkened’. Tegenover dit drastische inkrimpen van menselijke mogelijkheden biedt Blake zichzelf aan als profeet, in regels die ik heel aangrijpend vind:
“Trembling I sit day and night, my friends are astonished at me.
Yet they forgive my wanderings, I rest not from my great task!
To open the Eternal Worlds, to open the immortal Eyes / of Man inwards into the Worlds of Thought; into Eternity / ever expanding in the Bosom of God, the Human Imagination / O Saviour pour upon me thy Spirit of meekness & love:
Annihilate the Selfhood in me, be thou all my life!
Guide thou my hand which trembles exceedingly upon the rock of ages...”

Blake spreekt dan over ‘the building of Golgonooza’: eerder aangeduid als the New Jerusalem of the City of Eden, een stad van verlossing, vergelijkbaar met het Byzantium van William Butler Yeats of in Blake’s eigen terminologie: ‘Fourfold Spiritual London’, een getranscendeerde, verloste wereld.

Terwijl Albion slaapt, wordt de strijd die rondom gaande is, overgedragen op zijn zonen. Ze zijn twaalf in aantal, wat zowel naar de tekens van de dierenriem verwijst, als naar de twaalf zonen van Jacob in Genesis. De vier belangrijkste hebben allemaal hun wortels in de werkelijkheid: Hand, vermoedelijk gebaseerd op de broers Hunt die in hun tijdschrift the Examiner twee lelijke aanvallen gedaan hadden op Blake’s werk als kunstenaar; Hyle, een verbastering van Hayley, die Blake en zijn vrouw onderdak geboden had in Felpham, maar die Blake steeds meer als spirituele vijand ging zien; Coban, een anagram voor Bacon, die samen met Newton en Locke Blake’s symbool is voor de gevallen Rede en een empirische exaltatie van de Natuur; en tenslotte, onder zijn eigen naam, Scofield, een soldaat die Blake voor het gerecht had gedaagd omdat deze hem hardhandig uit zijn tuin had verwijderd (Blake werd uiteindelijk vrijgesproken, maar heeft erg geleden onder de aantijgingen en zijn zeer reële angst voor een veroordeling).

De andere antagonisten van Los en Jerusalem die vervolgens geïntroduceerd worden, zijn de sinistere Daughters of Albion. Met de introductie van die nieuwe personages worden intense conflicten geboren. Om Jerusalem te redden van de moordlustige zonen en dochters van Albion, zo weet hij, moet Los Albion doen herleven en dat kan alleen door natuur in kunst te transformeren. Maar de Spectre, zijn zelfzuchtige schaduwkant die we eerder tegenkwamen in The Four Zoas, tracht Los bij zijn vuren weg te lokken, de Spectre van Blake-Los (de dichter Blake valt hier vrijwel samen met zijn creatieve principe, Los) wijst hem erop dat hij een ongewenste, door niemand gehoorde profeet is. Maar Blake-Los weet zijn Spectre te onderdrukken en ontkennen:
“Thou art my Pride & Self-Righteousness: I have found thee out: / Thou art revealed before me in all thy magnitude & power... Thy holy wrath & deep deceit cannot avail against me... If I was dead upon the mountains thou mightest be pitied & loved: but now I am living; unless / thou abstain ravening I will create an eternal Hell for thee. / Take thou this Hammer & in patience heave the thundering Bellows / Take thou these Tongs: strike thou alternate with me: labour obedient.”

Los is vastbesloten: “I will not Reason & Compare: my business is to create”.

“Yet ceased he not from labouring at the roarings of his Forge / with iron & brass Building Golgonooza in great contendings / till his Sons & Daughters [zijn artistieke creaties] came forth from the Furnaces / at the sublime Labours for Los, compelled the invisible Spectre / to labours mighty, with vast strength, with his mighty chains, / in pulsations of time & extensions of space, like Urns of Beulah / with great labour upon his anvils & in his ladles the Ore / he lifted, pouring it into the clay ground prepared with art; striving with Systems to deliver Individuals from those Systems.”

Een prachtige beschrijving van het artistieke proces en haar bevrijdende werking.
Dit bevrijdt de Daughters of Beulah, Blake’s Muzen en vanuit de kracht van die bevrijding wordt Golgonooza gebouwd. Daarbuiten is de desolate wereld van Ulro:
“The land of darkness flamed no light & no repose:
The land of snows of trembling & iron hail incessant:
The land of earthquakes: and the land of woven labyrinths:
The land of snares & traps & wheels & pitfalls & fire mills:
The Voids, the Solids, the land of clouds & regions of waters...”

De gevallen reus Albion spreekt in zijn slaap en beschuldigt zichzelf, verwijzend naar de bijbelse Job: “Every boil upon my body is a seperate & deadly sin.” De Daughters of Beulah beklagen hem.

Chapter 2 begint met Albion’s acceptatie van Urizen als God, onder de koude schaduwen van de Tree of Mystery. Los besluit Albion te redden, maar deze wil zichzelf niet laten redden door werken van vergiffenis. Niet in staat de gedegenereerde Albion te redden, maakt Los, als verlosser, een rustbed voor hem klaar, opgetrokken uit de boeken van de Bijbel. Jerusalem wacht op zijn ontwaken in de zachte armen van de Daughters of Beulah.

Erin is de geest der mythen (wellicht dat zij daarom genoemd is naar Ierland). Zij eindigt het hoofdstuk met een complexe speech, gericht tot de Daughters of Beulah, in hun rol als bronnen van de dichterlijke inspiratie. Ze begint met een beschrijving van het ineengeschrompelde menselijke schouwen:
“The Visions of Eternity, by reason of narrowed perception / are become weak Visions of Time & Space, fixed into furrows of Death...”

Dit is ongetwijfeld Blake die zijn eigen leven kastijdt en de beperkingen van zijn eigen, menselijke bestaan beklaagt:
“The Eye of Man, a little narrow orb, closed up & dark / scarcely beholding the Great Light; conversing with the Void;
The Ear, a little shell, in volutions shutting out / true Harmonies & comprehending great, as very small;
The Nostrils, bent down to the earth & closed with senseless flesh / that odours cannot them expand, nor joy on them exult;
The Tongue, a little moisture fills, a little food it cloys / a little sound it utters & its cries are faintly heard...”

Blake formuleert hier een centrale conceptie van het gedicht: dat de wereld van de ervaring (experience) een parodie of omgekeerde vorm is van de imaginatieve wereld.
Maar Erin’s speech eindigt hoopvol, aangezien ‘the Lord Jehovah is before, behind, above, beneath, around.’ De werken van deze Jehovah zijn die van Blake’s Jezus, niet die van Satan-Urizen – hij toont vergiffenis door ‘building the Body of Moses in the valley of Peor: the Body of Divine Analogy’. We kwamen deze vallei, waar Mozes begraven ligt in het land Moab, eerder tegen in Milton, waar Milton en Urizen, naar analogie met het gevecht van Jacob en de Jehova-achtige engel uit Genesis, een strijd uitvochten die uiteindelijk Urizen ertoe bracht de menselijke vorm aan te nemen en de op stenen tabletten geschreven wetten van de starre moraliteit (die met Mozes in de vallei begraven liggen) achter te laten. Een hoopvol beeld. Zoals ook hier: het gevallen lichaam van de mens, waarover Blake zojuist zijn klaagzang zong, is ook ‘the Body of Divine Analogy’.

Het hoofdstuk eindigt met de Daughters of Beulah, die het Lam Gods aanroepen af te dalen, wat ook in het volgende hoofdstuk zal gebeuren.

Chapter 3 begint met het verdriet van het imaginatieve hart: Los ‘wept vehemently over Albion’. De Daughters of Albion zetten hun wreedheden voort, terwijl de Sons volharden in hun strijd tegen de hamer van Los, die onverdroten voortgaat met het ononderbroken werk aan het bouwen van zijn Stad. Wat vooral gebeurt in dit hoofdstuk is dat de tegenstellingen verscherpt worden: Vala, Albions mistress, versus Jerusalem en Satan versus Jezus. Met alle consequenties van dien:
“... the Sun is shrunk: the Heavens are shrunk / away into the far remote: and the Trees and Mountains withered / into indefinite cloudy shadows in darkness & seperation.”

Uiteindelijk is er een beslissend moment:
“But Jesus breaking through the Central Zones of Death & Hell / opens Eternity in Time & Space, triumphant in Mercy”: Genade zegeviert.

Maar aan het begin van Chapter 4 is Los nog altijd aan het strijden tegen the Spectres of Albion’s Twelve Sons. Los raakt vermoeid, hij is ‘the labourer of ages in the Valley of despair’.

De rest van het gedicht wordt nog steeds gekenmerkt door felle strijd, er is zelfs sprake van de Antichrist (‘a Human Dragon terrible and bright’), maar ook door een toenemend bewustzijn van een op handen zijnde Verlossing.

Want tegenover de intensiverende gruwelen, een strijd tussen Goed en Kwaad die tot het uiterste wordt doorgevoerd, bereikt Los het hoogtepunt van zijn profeteren. Dit drukt een wijsheid uit die door Blake zelf in een leven vol intense innerlijke strijd bevochten is:
“Go tell them that the Worship of God is honouring his gifts / in other men & loving the greatest men best, each according / to his Genius: Which is the Holy Ghost in Man; there is no other / God, than that God who is the intellectual fountain of Humanity:
He who envies or calumniates [belastert]: which is murder & cruelty, / Murders the Holy-one: Go tell them this & overthrow their cup, / their bread, their altar-table, their incense, their oath: / their marriage & their baptism, their burial & consecration...”
(Met deze woorden neemt Blake overduidelijk afstand van het insitutionele Christendom van zijn tijd).
“I have tried to make friends by corporeal gifts but have / only made enemies: I never made friends but by spiritual gifts; / by severe contentions of friendship & the burning fire of thought. He who would see the Divinity must see him in his Children,
One first, in friendship & love; then a Divine Family & in the midst / Jesus will appear; so he who wishes to see a Vision; a perfect Whole / must see it in its Minute Particulars.”

Geweldig vind ik dit: “I never made friends but by spiritual gifts ... & the burning fire of thought”. Of dat ‘a Vision; a perfect Whole ... in its Minute Particulars’
Ik kan alleen maar innerlijk juichen wanneer ik dit lees!!

Los ondertussen, met een enorme inspanning, weet zijn Spectre te onderdrukken:
“I care not whether a Man is Good or Evil; all that I care / is whether he is a Wise Man or a Fool. / Go! Put off Holiness / and put on Intellect: or my thunderous Hammer shall drive thee / to wrath which thou condemnest: till thou obey my voice.”

Dan, eindelijk, ontwaakt Albion:

“the Breath Divine went forth upon the morning hills, Albion moved
Upon the rock, he opened his eyelids in pain; in pain he moved / his stony members, he saw England. Ah! Shall the dead live again

the Breath Divine went forth over the morning hills, Albion rose / in anger: the wrath of God breaking bright flaming on all sides around / his awful limbs: into the Heavens he walked clothed in flames / loud thundering, with broad flashes of flaming lightning & pillars / of fire, speaking the Words of Eternity in Human Forms, in direful / Revolutions of Action & Passion, through the Four Elements on all sides / surrounding his awful Members. Thou seest the Sun in heavy clouds / struggling to rise above the Mountains, in his burning hand / he takes his Bow, then chooses out his arrows of flaming gold / murmuring the bowstring breathes with ardor! Clouds roll around the / horns of the wide Bow, loud sounding winds sport on the mountain brows...”

De Four Zoas gaan weer aan het werk:
“... compelling Urizen to his Furrow; & Tharmas to his Sheepfold; / and Luvah to his Loom; Urthona he beheld mighty labouring at / his Anvil, in the Great Spectre Los unwearied labouring & weeping / therefore the Sons of Eden praise Urthona’s Spectre in songs / because he kept the Divine Vision in the time of trouble.”

Dat laatste is zeer verrassend, van the Spectre of Urthona te zeggen dat ‘he kept the Divine Vision in the time of trouble’, wetende hoezeer Los heeft moeten strijden met de Spectre die zijn creativiteit verduisterde. Maar kennelijk is ook the Spectre of Urthona getransformeerd.

Jezus, in de gestalte van Los, verschijnt aan Albion als de Goede Herder voor ‘the lost Sheep that he hath found’. Ze converseren, ‘as Man with Man’.
Het is prachtig moment, een moment van bevestiging van alles wat menselijk is, wanneer de Jerusalem-versie van de Verlossing uitspreekt:
“This is Friendship & Brotherhood, without it Man is not.”
Weinig in Blake is mooier en ontroerender dan dit, in al zijn simpelheid.

“All was a Vision, all a Dream: the Furnaces became / Fountains of Living Water flowing from the Humanity Divine / and all the Cities of Albion rose from their Slumbers, and All / the Sons & Daughters of Albion on soft clouds Waking from Sleep
Soon all around remote the Heavens burnt with flaming fires / and Urizen & Luvah & Tharmas & Urthona arose into / Albion’s Bosom: Then Albion stood before Jesus in the Clouds / of Heaven Fourfold among the Visions of God in Eternity.”

Eerder al zei ik dat Albion (en dus de mensheid) alleen verlost kon worden door het creatieve proces van Los, door Natuur in Kunst te transformeren, en dat is wat hier gebeurd is, een cruciaal moment: “the Furnaces became / Fountains of Living Water flowing from the Humanity Divine.”

The Four Zoas nemen hun plaatsen in in Eden, dat een heerlijk beweeglijk geheel blijkt te zijn, verre van statisch, waar ieder zijn plaats krijgt toebedeeld:
“And they conversed together in Visionary forms dramatic which bright / redounded from their Tongues in thunderous majesty, in Visions / in new Expanses, creating exemplars of Memory and of Intellect / Creating Space, Creating Time according to the wonders Divine of Human Imagination, throughout all the Three Regions immense / of Childhood, manhood & Old Age...
regenerations terrific or complacent varying /according to the subject of discourse & every Word & every Character / was Human according to the Expansion or Contraction, the Translucence or /Opaqueness of Nervous fibres – such was the variation of Time & Space / which vary according to the Organs of Perception vary & they walked
to & fro in Eternity as One Man reflecting each in each & clearly seen /and seeing: according to fitness & order.”

De 99e, en één na laatste plaat laten Albion en Jerusalem zien in een innige omhelzing (zie hieronder). De laatste woorden van het gedicht lijken als gefluisterd:
“All Human Forms identified even Tree Metal Earth & Stone [de hele wereld één levende eenheid], all / Human Forms identified, living going forth & returning wearied
into the Planetary Lives of Years Months Days & Hours reposing
and then Awaking into his Bosom in the Life of Immortality

And I heard the name of their Emanations they are named Jerusalem.”

Het is de meest definitieve van Blake’s poëtische visioenen, en het omvat werkelijk alles. Hij is aan het eind gekomen van een immense spirituele reis.

Ik wil hierna nog één stuk over Blake schrijven.



 

dinsdag 4 juni 2024

William Blake: Milton


Afbeelding: titelblad van Blake’s gedicht Milton. Geciteerd wordt Miltons intentie ‘to justify the ways of God to men’

Mijn vorige stuk over Blake ben ik geëindigd met de constatering dat hij zijn gedicht The four Zoas, waaraan hij zo’n tien jaar had gewerkt, ten slotte heeft laten liggen. Het is zeker af, maar hij heeft er nooit platen voor geëtst, zoals bij de andere profetische gedichten. Als voornaamste reden heb ik genoemd, dat zijn conceptie van Het Laatste Oordeel niet meer die was van een extern fenomeen, iets dat zich in de buitenwereld afspeelt, maar veeleer een strijd binnenin de mens was geworden.

Het volgende, veel kortere, epische gedicht, Milton, laat ons een individuele dichter – profeet zien, John Milton, die Error verwerpt en Truth omarmt, zodoende een Laatste Oordeel over zichzelf afroepend. Oorspronkelijk had Blake een gedicht voor ogen, verdeeld over 12 boeken, net als Miltons meesterwerk, Paradise Lost, maar het zouden er uiteindelijk maar twee worden, zodat het geheel uiterst gecomprimeerd is geworden.
Milton daalt uit de hemel neer en hij verenigt zich met Blake, treedt letterlijk bij hem binnen, zodat dat Oordeel ook over Blake kan worden geveld.

John Milton

In de slotregels van Milton, kun je gerust zeggen, proclameert Blake zijn persoonlijke profetische visioen, waarin Jezus Christus, de Four Zoas en de herrezen Mens Albion bij elkaar komen in Blakes eigen Felpham Vale voor zijn hoogstpersoonlijke wederopstanding:

“And I beheld the Twenty-four Cities of Albion / arise upon their Thrones to Judge the Nations of the Earth / and the Immortal Four in whom the Twenty-four appear Four-fold / arose around Albions body: Jesus wept & walked forth / from Felpham Vale clothed in Clouds of blood, to enter into / Albions Bosom, the bosom of death & the Four surrounded him / in the Column of Fire in Felpham Vale; then to their mouths the Four / applied their Four Trumpets & then sounded to the Four winds.
Terror struck in the Vale – I stood at that immortal sound: / My bones trembled, I fell outstretched upon the path / a moment, & my Soul returned into its mortal state / to Resurrection & Judgement in the Vegetable Body [Blake volgde Milton in de opvatting dat lichaam en ziel samen sterven en ook weer samen opstaan]
and my sweet Shadow of Delight stood trembling by my side.

Immediately the Lark mounted with a loud trill from Felphams Vale / and the Wild Thyme [leeuwerik en tijm zijn symbolen van Los] from Wimbledon’s green & impurpled Hills and Los and Enitharmon rose over the Hills of Surrey... Los listens to the Cry of the poor Man: his Cloud / over London in volume terrific, low bended in anger...”

(Los heeft een totale transformatie ondergaan ten opzichte van het dwalende wezen uit de eerste Nachten van de Four Zoas: hij heeft nu oog voor het lijden van de mensheid en zijn woede geldt de eis van sociale rechtvaardigheid die hij dwingend stelt. Hij is de profeet Amos geworden).

“... Wine presses & Barns stand open; the Ovens are prepared / the Waggons ready: terrific Lions & Tygers sport & play / All animals upon the Earth are prepared in all their strength

to go forth to the Great Harvest & Vintage of the Nations”

Deze laatste regel valt op te vatten als een profetische strijdkreet, van een dichter-profeet die zwaar geleden heeft, maar als overwinnaar uit al die beproevingen gekomen is.

Terug naar het begin.
Het gedicht begint met de beroemde hymne die iedere Engelsman kent en die mij altijd weer ontroert wanneer ik die herlees:
“And did those feet in ancient time
walk upon Englands mountains green?
And was the holy Lamb of God
on Englands pleasant pastures seen?

And did the Countenance Divine
shine forth upon our clouded hills?
And was Jerusalem builded there
among these dark Satanic mills?

Bring me my Bow of burning gold
Bring me my arrows of desire:
Bring me my Spear. O clouds unfold!
Bring me my Chariot of Fire!

I will not cease from mental fight
nor shall my Sword sleep in my hand
till we have built Jerusalem
in Englands green & pleasant land”

Blake ziet zichzelf als erfgenaam van Miltons Chariot of Fire, het voertuig, de merkabah, dat voor het eerst verschijnt in het visioen van Ezekiel, waar een triomferende Yahweh erin heeft plaatsgenomen. In het prachtige Take arms against a sea of troubles, het laatste boek dat Harold Bloom schreef (2020 – het boek werd pas na zijn overlijden in oktober 2019 gepubliceerd), komen al zijn favoriete dichters, van Shakeaspeare en Milton t/m Wallace Stevens en Hart Crane, nog een keer langs. In zijn stuk over Blake (waarin hij m.n. ingaat op diens relatie tot Milton) gaat hij in op het thema van de Chariot.
“It is difficult to accept Ezekiels Yahweh, who cares only that his name and his power be recognized and seems to have forgotten his covenant with the people of Judah”, zegt hij daar.
Dante, in de Purgatorio van zijn Divina Commedia, voert de triomferende strijdwagen van de kerk op, maar vermijdt zoveel mogelijk de Yahweh van Ezekiel. Aan een uitgebreide beschrijving wil hij zijn verzen niet verspillen, schrijft hij over de strijdwagen, lees dat maar na bij Ezekiel.
Dan Milton, die the Son’s Chariot ten tonele voert. Vier vurige cherublijnen “spread out their starry wings with dreadful shade contiguous, and the orbs / of his fierce chariot rolled, as with sound / of torrent floods, or of a numerous host.“
De Yahweh van het Oude Testament trad geregeld op als een oorlogsgod, maar Jezus van Nazareth is een wel heel onwaarschijnlijke aanvoerder van de hemelse troepen in hun strijd tegen de gevallen engelen, wat hij bij Milton wel is.

Blake zal dit alles in gedachten hebben gehad, toen hij zijn eigen Chariot of Fire opvoerde.
Hij zal zichzelf ook gezien hebben als een eigentijdse Ezekiel; eerder dat dan een High Romantic Poet in de traditie van Wordsworth & Coleridge, Shelley & Keats. Hij wordt vaak in dat rijtje geplaatst, maar zijn werk verschild wel heel erg van dat van deze dichters, die onderling allemaal veel meer gemeen hebben dan met Blake.
Ezekiel is grimmig en bijna simpel in zijn concepties; in vergelijking met hem is Blake een lichtende figuur, in vrede met zichzelf.
Beide profeten stellen zich voor thuisgekomen te zijn aan het einde van hun werk, hoewel ze zich daar misschien in vergissen: poëtisch denken kan hoop en verwachting creëren, maar geen intocht in het Beloofde Land mogelijk maken...

Vergelijk het einde van het boek Ezekiel met dat van Jerusalem, Blakes laatste werk:
“De omtrek [van de heilige stad Jeruzalem] is 18.000 el en de naam van de stad zal voortaan zijn: de Heer is aldaar.” (Ezekiel 48:35)

“All Human Forms identified even Tree Metal Earth & Stone. All Human Forms identified, living going forth & returning wearied / into the Planetary lives of Years Months Days & Hours reposing / and the Awaking into his Bosom in the Life of Immortality.

And I heard the Name of their Emanations they are named Jerusalem
The End of the Song
of Jerusalem.

(Harold Bloom heeft willen aantonen dat Blakes laatste meesterwerk Jerusalem in opzet parallel loopt aan het boek Ezekiel)

Hoewel van oorsprong protestants, was Blake ziel eerder Joods dan Christelijk: hij leerde zichzelf Hebreeuws en was zich zeer bewust van de parallellen van zijn werk met de Kabbalah. Met name de profetische boeken uit de Tanach vormen een grote inspiratie. Zonder de beide Jesaja’s, Amos en Micha, Ezekiel en Jeremiah, was er nooit de Blake geweest zoals wij die uit zijn werk kennen. Wat hij van die inspiratie gemaakt heeft, is iets anders. Hij vertelde zijn eigen verhaal, niet dat van de profeten.

En om dat te doen, roept hij aan het begin van Milton zijn Muzen aan, in een passage die, zelfs al ben je allergisch voor Blakes profetische toon (en ik zou me dat goed kunnen voorstellen) op iedereen grote indruk zou moeten maken, niet in het minst omdat deze staat in een lange epische traditie, die van Homerus t/m Milton:
“Daughters of Beulah! Muses who inspire the Poet’s Song, record the journey of immortal Milton through your Realms / of terror & mild mooney lustre, in soft sexual delusions / of varied beauty, that delight the wanderer and repose / his burning thirst & freezing hunger! Come into my hand / by your mild power; descending down the Nerves of my right arm / from out the Portals of my Brain, where by your ministry / the Eternal Great Humanity Divine planted his Paradise.”

John Milton stierf in 1674. Honderd jaar later begon de jonge William Blake zijn eerste gedichten te schrijven, de Poetical sketches. Wat heeft Milton ertoe gebracht uit de hemel neer te dalen en opnieuw te incarneren in een Engelse dichter?

“Say first, what moved Milton, who walked about in Eternity / one hundred years, pondering the intricate mazes of Providence / Unhappy though in heaven, he obeyed he murmered not; he was silent / viewing his Sixfold Emanation scattered through the deep / in torment! To go into the deep her to redeem & himself perish?
What cause at length moved Milton to this unexampled deed?”

Die Sixfold Emanation is een afspiegeling van de zes vrouwen in zijn leven, zijn drie echtgenotes en drie dochters, die afgescheiden is van hem en voor wie hij terug moet om die te verlossen (de Emanation zal uiteindelijk op aarde aan hem verschijnen als de maagd Ololon) en daarbij wellicht zelf om te komen (tenzij hij door het Oordeel gered wordt en zijn eigen egoïsme – Blake spreekt van Selfhood – weet te overkomen).

Wanneer hij zich realiseert dat het verkeerd was zijn Emanation in de diepte achter te laten, spreekt Milton de volgende woorden; het is zijn definitieve besluit om af te dalen:

“I will go down to self annihilation and eternal death, / lest the Last Judgement come & find me unannihilate / and I be seized & given into the hands of my own Selfhood.
The Lamb of God is seen through mists & shadows, hovering / over the sepulchers in clouds of Jehovah & winds of Elohim / a disk of blood, distant; & heavens & earth’s roll dark between
What do I here before the Judgement? without my Emanation?
With the daughters of memory, & not with the daughters of inspiration?
I in my selfhood am that Satan: I am the Evil One!
He is my Spectre! in my obedience to loose him from my Hells / to claim the Hells, my Furnaces, I go to Eternal Death.”

Een briljante passage, waarin Milton zichzelf identificeert met zijn eigen Satan, die hij in Paradise Lost de Hel in had gegooid. Maar zijn afdaling in de Hells of Eternal Death gebeurt, opdat hij zichzelf zal kunnen transformeren en tot een evenbeeld maken van Eternal Life, en de Marriage of Heaven & Hell zal kunnen plaatsvinden.

Milton verlaat de Eeuwigheid en neemt de gestalte van zijn eigen sterfelijke schaduw weer aan. Hij komt in een spiraalvormige beweging naar beneden terecht, ziet in het voorbijgaan Albion en valt nog dieper, in de ‘Sea of Time & Space’. Dan ziet hij Satan:

“The Spectre of Satan stood upon the roaring sea & beheld / Milton... trembling & shuddering he stood upon the waves... loud roll his thunders against Milton
Loud Satan thundered, loud & dark upon mild Felpham shore / not daring to touch one fibre he howled round upon the sea...”

Blake ziet hem naderen als een vallende ster, hij komt dichter en dichterbij en tenslotte komt hij bij Blake naar binnen via zijn linkervoet (wat een nogal absurd beeld is):

“Then first I saw him in the Zenith as a falling star, / descending perpendicular, swift as the swallow / and on my left foot falling on the tarsus, entered there...”

De cruciale strijd die de nu geïncarneerde Milton heeft uit te vechten is die met Urizen; een confrontatie die veel weg heeft van Jacobs worsteling met de Engel.

“Silent they met, and silent strove among the streams of Arnon... when with cold hand Urizen stooped down and took up water from the river Jordan: pouring on / to Miltons brain the icy fluid from his broad cold palm.
But Milton took the red clay of Succoth, moulding it with care / between his palms; and filling up the furrows of many years / beginning at the feet of Urizen, and on the bones / creating new flesh on the Demon cold, and building him, / as with new clay a Human form in the Valley of Beth Peor.”

Dit is bij uitstek Oud-testamentisch. Urizen is als de Jehova-achtige figuur die Jacob confronteert bij Pniel, maar Milton wil meer dan Jacob, die alleen gezegend wil worden. De Valley of Beth Peor is de plek waar Mozes begraven ligt in het land Moab; een nieuwe menselijke vorm daar te scheppen is de morele wet van Urizen die daar begraven ligt, vervangen door een nieuwe Adam, door nog een keer de rode klei van Genesis 2 met lucht in te blazen. En wat Milton tegelijkertijd doet is Urizen vernieuwen en verjongen, ‘creating new flesh’.

 Los herinnert zich een oude profetie:
“That Milton of the land of Albion should up ascend forwards from Ulro from the Vale of Felpham”. Ulro is de toestand van duisternis die ontstaat wanneer het goddelijke visioen verloren gaat, iets wat kennelijk bij Milton het geval was. Maar hij staat op het punt weer tevoorschijn te komen uit die duisternis.

En Blake zelf valt de volgende Verlichting ten deel (waarin de merkwaardige relatie tussen de mens William Blake en de in hem geïncarneerde Milton verhelderd wordt):
“But Milton entering my Foot [ik blijf het een koddig beeld vinden]; I saw in the nether / Regions of the Imagination; also all men on Earth, / and all in Heaven... in Ulro beneath Beulah [de tegenhanger van Ulro, een soort van voorportaal van het Paradijs; zie hieronder], the vast breach of Miltons descent, / but I knew not that it was Milton, for man cannot know / what passes in his members till periods of Space & Time / reveal the secrets of Eternity: for more extensive / than any other earthly things, are Man’s earthly lineaments.

And all this Vegetable World appeared on my left Foot, / as a bright sandal formed immortal of precious stones & gold: / I stooped down & bound it on to walk forward through Eternity”

Het lijkt dus een wederzijdse beïnvloeding te zijn: een John Milton (die zichzelf gezuiverd heeft) gebruikt Blakes lichaam om op aarde rond te kunnen wandelen en tegelijkertijd brengt dit Blake in een volgend stadium: hij nadert de Eeuwigheid. Blake gebruikt zijn poëtische voorganger om de dichter die hij uiteindelijk zou worden te bekrachtigen en evenzeer tot een innerlijke zuivering te komen (het raadsel van dit gedicht is ook, dat hoewel Milton in Blake incarneert en zo zijn eigen strijd kan strijden, Blake toch ook als zelfstandig individu kan blijven bestaan).

Bovenstaande passage kan het best gelezen worden samen met een volgend visioen, waarin Los zich voegt bij Blake en Milton:
“While Los heard indistinct in fear, what time I bound my sandals on / to walk through Eternity, Los descended to me: / and Los behind me stood; a terrible flaming Sun / just close behind my back; I turned around in terror and behold: / Los stood in that fierce glowing fire & he also stooped down / and bound my sandals on... he kissed me and wished me health / and I became One Man with him, arising in my strength: / ‘tWas too late now to recede. Los had entered into my soul...”

Ik vind dit een schitterende passage.
Milton die in Blake vaart en Los op soortgelijke wijze: ze betekenen Verlossing voor Blake: de dwalingen van Experience en Selfhood verlaten hem; hij is nu vrij om het land Beulah binnen te gaan, wat een voorafschaduwing is van het binnen gaan van Eden in het gedicht Jerusalem. Beide landen, Eden en Beulah, zijn sterk verwant. Beulah is een aards paradijs, geen Hemelse tuin en het heeft ook niet de ongevallen staat van Eden, waar het een soort voorportaal van is.

Hiermee is het gedicht halverwege; aan het begin van Boek II staat de meest volledige beschrijving die we vinden bij Blake van het land Beulah, prachtige regels die zeker een nieuw lyrisch hoogtepunt vormen in het gedicht Milton:
“First ever the morning breaks - joy opens in the flowery bosoms / joy even to tears, which the Sun rising dries; first the Wild Thyme / and Meadow-sweet downy & soft, waving among the reeds / light springing on the air, lead the sweet Dance: they wake / the Honeysuckle sleeping on the Oak: the flaunting beauty / revels along upon the wind; the White-thorn lovely May / opens her many lovely eyes: listening the Rose still sleeps / None dare to wake her: soon she bursts her crimson curtained bed / amd comes forth in the majesty of beauty; every Flower: / the Pink, the Jessamine, the Wall-flower, the Carnation / the Jonquil / the mild Lily opens her heavens! every Tree, / and Flower & Herb soon fill the air with an innumerable Dance / yet all in order sweet & lovely, Men are sick with Love!
Such is the vision of the lamentation of Beulah over Ololon.”

Ondanks het feit dat Blake geregeld Nature afwijst ten faveure van Imagination, heeft hij wel degelijk, zoals blijkt uit bovenstaande passage, oog voor de schoonheid van de natuur.

Ololon is degene die Milton Beulah binnen zal leiden, zij is de Emanation die het doel is van zijn reis. Zij is al in Eden, maar ook zij daalt af, om de dichter te zoeken die naar haar op zoek is. Het is een subliem moment als Ololon verschijnt:
“Ololon appeared, a Virgin of twelve years nor time nor space / was to the perception of the Virgin Ololon, / but as the flash of lightning but more quick the Virgin in my Garden / before my Cottage stood.”

Milton spreekt haar aan over zijn Selfhood, de Satan binnenin hem. Maar hij spreekt vervolgens ook de in een vorig stuk door mij al geciteerde al genoemde regels over zijn bevrijding.

Hier zijn ze nogmaals, omdat ze zo prachtig zijn:
“To cleanse the Face of my Spirit by Self-examination
To Bathe in the Waters of Life; to wash off the Not Human / I come in Self-annihilation & the grandeur of Inspiration
To cast off Rational Demonstration by Faith in the Saviour
To cast off the rotten rags of Memory by Inspiration
To cast off Bacon, Locke & Newton from Albions covering
To take off his filthy garments & clothe him with Imagination  
To cast aside from poetry, all that is not Inspiration.”

“To cast off the idiot Questioner who is always questioning, / but never capable of answering; who sits with a sly grin / silent plotting when to question, like a thief in a cave; / who publishes doubt and calls it knowledge; whose Science is Despair / whose pretence to knowledge is Envy; / that rages round him like a Wolf day & night without rest...
These are the destroyers of Jerusalem, these are the murderers / of Jesus, who deny the Faith & mock at Eternal Life: / who pretend to poetry that they may destroy Imagination”

In het begin kan de Virgin Milton nog niet begrijpen (“Are we contraries O Milton, thou and I... Thou goest to Eternal Death & all must go with thee”), maar het is haar Schaduw die spreekt en die haar even later met een schrille kreet verlaat, zodat zij hem nu in zijn ware, bevrijde gedaante kan zien en als zijn bruid naast hem kan staan. Op de hier aan het eind afgebeelde plaat 41 van het gedicht, één van Blakes fraaiste creaties, zien we hoe de verloste Milton de berouwvolle Ololon troost. (zie hieronder)

Zoals Milton nu Ololon aan zijn zijde heeft, heeft Blake zijn bruid in Catherine, zijn echtgenote van vele jaren.

(Blake, overigens, had zich geen betere vrouw kunnen wensen dan zijn Catherine, en zij geen betere man dan haar William. Hij leerde haar lezen en schrijven, zij assisteerde hem bij zijn kunst, kleurde zijn etsen in. Op zijn sterfbed maakte hij een schets van haar en noemde haar zijn engel.)

Nu, staande naast Milton en Ololon, wordt hij herinnerd aan de realiteit van zijn visioen door de boodschappers van Los, de geur van wilde tijm en de zang van de leeuwerik:

“Immediately the Lark mounted with a loud trill from Felphams Vale / and the Wild Thyme from Wimbledon’s green & impurpled Hills and Los and Enitharmon rose over the Hills of Surrey.”

En het gedicht eindigt met de al eerder aangehaalde regels over de Grote Oogst: “to go forth to the Great Harvest & Vintage of the Nations”.

Milton is Blakes laatste Song of Innocence.

 


Shakespeare's King Lear, deel II

Lear, in diepe slaap, wordt op een draagbaar naar Dover gebracht (waar Cordelia met de Franse troepen inmiddels geland is, gewaarschuwd dat ...